Golf van optimisme spoelt door vastgoedsector
De vastgoedsector maakt zich op voor een nieuwe periode van economische voorspoed en verwacht goede zaken te doen.
Dat blijkt uit de Vastgoedmonitor van Vastgoedmarkt en USP Marketing Consultancy. Steeds meer professionals zien de toekomst zonnig in. Van de ondervraagde vastgoedprofessionals was in mei 43 procent optimistisch over de economie. Zij denken dat de economie binnen twee tot drie maanden zal herstellen en net zo hard zal groeien als vóór corona, of zelfs harder. In april geloofde dat 28 procent dat nog. Ter vergelijking: in juni 2020 was maar 14 procent positief.
Niet alleen in het vastgoed tekent zich een verbetering van het sentiment af, maar ook in de totale bouwkolom. Daar is 33 procent optimistisch over de economie tegen 28 procent in april. Het aandeel in de totale bouw dat pessimistisch is, bleef stabiel op 13 procent. Dat zijn degenen die een langdurige impact van covid-19 verwachten in de vorm van een recessie.
Omzetstijging in coronajaar 2020
Al sinds november 2020 melden de deelnemers aan de vastgoedmonitor maand na maand een omzetstijging op jaarbasis. In mei 2021 bedroeg die gemelde stijging 2,5 procent, voor juni verwachten de ondervraagden 3 procent. De coronacrisis lijkt tot nu toe dus weinig negatieve gevolgen te hebben voor de omzetontwikkeling. Anderhalf jaar na de wereldwijde uitbraak van het virus vroegen Vastgoedmarkt en USP de balans op te maken. Hoe was de omzet in 2020 ten opzichte van 2019? Voor de vastgoedsector is dat beeld positief: 34 procent meldt een stijging van de omzet en 23 procent een daling.
Duidelijk is wel dat de omzetontwikkeling van de vastgoedsector wat achterbleef op die van andere segmenten van de bouwkolom. Van de bouwers meldde 41 procent een omzetstijging, in de afbouw 44 procent, in de handel en industrie zelfs 56 procent en in de totale kolom 43 procent.
Mogelijk spelen hier de huurkortingen mee die vastgoedbeleggers in de loop van 2020 verstrekten aan door de coronamaatregelen getroffen retailers. In mei 2021 maakte nog altijd 7 procent van de vastgoedbeleggers gebruik van steunmaatregelen van de overheid in verband met corona. In 2020 waren er in de vastgoedsector ook relatief veel adviseurs die een beroep deden op de steun. Vooral de kleine makelaars hadden het zwaar.
Kantoren doen het duidelijk beter dan retail
In de conjunctuurgevoelige vastgoedsegmenten begint zich een tweedeling af te tekenen. Met kantoren gaat het minder slecht dan met retail. Vanuit het segment kantoren worden steeds minder waardedalingen gemeld. In september 2020 gaf nog 72 procent aan dat de waarde van de kantorenportefeuille op jaarbasis was gedaald. In mei was dat nog maar 26 procent en zei ruim 5 procent zelfs dat de waarde was gestegen. Al sinds februari 2021 is er een geleidelijk afname van het aandeel respondenten dat een daling van de waarde van kantoren meldt.
In het segment retail blijft zo’n verbetering van het beeld uit in de eerste jaarhelft. In mei 2021 meldde 40 procent van de respondenten een afname van de boekwaarde, ongeveer evenveel als in februari (44 procent). Maar ook het beeld voor retail is veel slechter geweest. In oktober 2020 meldde nog 81 procent van de deelnemers aan de enquête een daling van de boekwaarde.
Ook tweedeling onder winnaars coronacrisis
Zo’n tegenstelling is ook te zien bij de segmenten die tijdens de coronacrisis als winnaars naar voren kwamen. Beleggers in woningen zijn de spekkopers. Wel heeft het aandeel respondenten dat een stijging van de boekwaarde meldt een plateau bereikt. In de periode mei tot en met december 2020 steeg dat aandeel van 23 procent naar 67 procent. Sinds de jaarwisseling schommelt het aandeel respondenten met een boekwaardestijging van woningen rond 50 procent.
Bij de andere winnaars van de coronacrisis komen boekwaardestijgingen minder vaak voor. Voor het segment zorg is het positieve effect van de virusuitbraak duidelijk afgezwakt. In mei 2020 meldde nog 56 procent een boekwaardestijging, in mei 2021 nog maar 27 procent. Bij logistiek schommelt dat aandeel al sinds de uitbraak rond de 25 procent.