Nederland heeft geen miljoen woningen nodig, de politiek heeft zelf een woningtekort gecreëerd
In aanloop naar de verkiezingen op 17 maart kon je niet meer om de vraag heen: “Wat zijn de politieke partijen van plan met betrekking tot het aanpakken van de woningnood?”. Het woningtekort in Nederland groeit al jaren en momenteel hebben we een zogenaamd tekort van ruim 330.000 woningen. De algemene verwachting is dat dit tekort de komende jaren alleen maar zal toenemen.
Volgens cijfers van het CBS telde Nederland op 1 januari 2021 bijna 8 miljoen woningen. Op datzelfde moment telde Nederland bijna 17,5 miljoen inwoners. Getalsmatig zou er dus per ongeveer twee inwoners, één woning moeten zijn. Waarom is dat niet genoeg? Vanuit de overtuiging dat Nederland nu al over bijna genoeg woningen beschikt, zou je eigenlijk moeten kijken naar die regels van de overheid die de doorstroming op de woningmarkt belemmeren en deze woningnood creëren.
Stimuleer woningdelen
Er zijn verschillende overheidsmaatregelen die het (intensief) gebruik van woningen beperken en daarmee de doorstroming blokkeren. Zo heeft Laurens Ivens, SP-wethouder Wonen in Amsterdam, er mede voor gezorgd dat Amsterdam inmiddels een vergunning vereist als een woning verhuurd wordt aan meer dan twee huurders. Dit gaat finaal tegen de tendens in die zich momenteel in alle wereldsteden afspeelt: een woning delen met bijvoorbeeld een aantal vrienden. Dit komt veel voor in grote steden vanwege de krapte op de woningmarkt en vanwege het feit dat woningen voor alleenstaanden hier veelal onbetaalbaar zijn geworden. Zo ook in Nederland. Helaas is Amsterdam niet de enige stad met dit contraproductieve beleid.
Na aanscherping van de regels in 2020 moet – door toedoen van Ivens – elk van de woningen die in aanmerking wil komen voor een dergelijke vergunning aan bepaalde voorwaarden voldoen. In sommige gevallen moet er ook nog een omgevingsvergunning aangevraagd worden, die in lijn is met het bestemmingsplan. Voldoet de woning niet aan al deze voorwaarden, dan wordt de vergunning afgewezen en blijft de woning maar beschikbaar voor één huishouden. Dit belemmert de doorstroming in de woningmarkt en komt de leefbaarheid van de steden totaal niet ten goede.
Geef recreatiewoningen vrij
Deze bestemmingsplannen zijn niet alleen een doorn in het oog bij een woningdelen vergunning. Bestemmingsplannen zorgen er namelijk ook voor dat men niet permanent in een recreatiewoning mag wonen. Waar we momenteel tegen een woningtekort van ruim 330.000 woningen aankijken, zijn er volgens de cijfers maar 40.000 tot 70.000 daklozen in Nederland. Mensen gaan dus op zoek naar andere opties om in te wonen. Zo leven er naar schatting zo’n 55.000 tot 160.000 mensen ‘illegaal’ in een recreatiewoning omdat het specifieke bestemmingsplan dat niet goedkeurt. Dat men in tijden van ‘woningnood’ niet mag wonen in een woning die er al staat, vind ik absurd. Wanneer de politiek besluit deze woningen vrij te geven, komen er meer woningen vrij die in de toekomst niet meer gebouwd hoeven te worden.
Kort niet op uitkeringen
Met dit soort overheidsmaatregelen lijkt het dus alsof de politiek zelf de krapte op de woningmarkt heeft gecreëerd. Ik sluit me dan ook aan bij Annemarie van Gaal, die in haar column in de Telegraaf aangeeft dat de huidige woningvoorraad veel beter benut kan worden. Zo word je momenteel als uitkeringsgerechtigde, of dit nu de bijstand is of de AOW, gekort op je uitkering als je met een andere uitkeringsgerechtigde gaat samenwonen. Op deze manier zullen verliefde bijstandsgerechtigden of bevriende AOWers nooit samen in één huis gaan wonen, omdat ze dan een lagere uitkering zouden ontvangen. Dit terwijl deze AOWers in hun eentje vaak nog een (grote) gezinswoning bezet houden, omdat er geen goede alternatieven zijn.
Uitkeringsgerechtigden houden dus simpelweg te veel, en in het geval van AOWers ook te grote, woningen bezet. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn om deze uitkeringen om te zetten in een vast bedrag als basisinkomen. Zo zullen meer mensen sneller geneigd zijn om samen te gaan wonen omdat ze er financieel niet op achteruit zullen gaan. Wanneer een AOWer besluit samen te gaan wonen met twee bevriende AOWers, komen er hoogstwaarschijnlijk ook weer twee andere grote huizen vrij. Dit komt de doorstroming op de woningmarkt alleen maar ten goede.
Een groot deel van het woningtekort in Nederland zou er dus niet zijn als we onze woningen beter zouden benutten. Wanneer de politiek haar eigen maatregelen op de woningmarkt aanpakt, zullen er weer honderdduizenden woningen beschikbaar komen. Ook ontstaat dan de gewenste doorstroming. Je zou kunnen stellen dat de politiek met de maatregelen van de overheid een groot deel van de problemen op de woningmarkt zelf hebben veroorzaakt.