Verhoging overdrachtsbelasting mist uitwerking niet op woningbeleggers

Door de invoering van de hogere overdrachtsbelasting zijn de beleggingstransacties in Nederlandse woningen in het eerste kwartaal van 2021 volledig ineengestort, zo blijkt uit cijfers van JLL. De internationaal vastgoedadviseur verwacht de komende kwartalen wel een herstel door een hoog blijvende vraag. 

Met het vooruitzicht van  een overdrachtsbelasting (ovb) die vanaf 1 januari 2021 voor woningbeleggers werd verviervoudigd van 2 naar 8 procent, haalden veel beleggers hun transacties naar voren, naar het vierde kwartaal van 2020. Uit het woningmarktrapport van JLL blijkt dat er toen een record transactievolume van meer dan 3 miljard euro was.

Schraal eerste kwartaal

Daarbij steekt het vorige, post-ovb-kwartaal schraaltjes af. In de eerste drie maanden van dit jaar werd er voor 384 miljoen euro door beleggers in Nederlandse woningen geïnvesteerd. Bijgehouden door JLL vanaf het vierde kwartaal van 2017, lag het volume al gauw twee keer of meer zo hoog op kwartaalbasis. In het derde kwartaal van 2020 lag het volume bijvoorbeeld op 884 miljoen euro.

Herstel volume

Toch voorziet JLL de komende maanden weer een herstel van het volume. ‘ De vraag van investeerders naar residentieel vastgoed blijft hoog. Dit blijkt ook uit de druk op de aanvangsrendementen, met een initieel netto-aanvangsrendement dat in het eerste kwartaal van 2021 daalde tot 3 procent.’

Meer nieuwbouw

Volgens JLL blijft  het beperkte aanbod het belangrijkste obstakel voor residentiële investeerders. Volgens de vastgoedadviseur zijn het opheffen van bouwbeperkingen, de verkorting van procedures en het versoepelen van regelgeving van cruciaal belang om meer nieuwbouwprojecten van de grond te tillen. Regelgeving moet tijdelijker worden om investeerders aan te trekken en een betaalbare woningvoorraad te creëren. Daarnaast stelt JLL dat de bouwsector verder moet innoveren om een nieuwbouwtempo te realiseren dat de vraag kan bijhouden.