Waar ik vooral door geboeid ben, is het thema ‘tien jaar na corona’. Pas op die termijn zien we de werkelijke erfenis van deze pandemie en weten we of het echt meer zal zijn dan een rimpel in de tijd, blogt Michael Hesp.
Net zoals Vastgoedmarkt deze maand doet, blikt de media massaal terug op één jaar corona. We kijken ook voorzichtig vooruit naar hoe het zal gaan als we verlost worden van lockdowns en beperkingen in persoonlijke interactie. We hopen op een onvergetelijke summer of love die we willen verwelkomen als huppelende koeien die in het voorjaar weer de wei in mogen.
Maar waar ik vooral door geboeid ben, is het thema tien jaar na corona. Pas op die termijn zien we de werkelijke erfenis van deze pandemie en weten we of het echt meer zal zijn dan een rimpel in de tijd. Is het mogelijk om geschiedenis te herkennen als je er middenin zit en niemand nog weet hoe het echt gaat aflopen?
Structurele schade
In 2020 kromp het bruto nationaal product met 3,8 procent. De heersende overtuiging is dat de viruscrisis structurele schade toebrengt aan onze economie. Investeringsplannen zijn teruggeschroefd, het afschalen van de steunmaatregelen van de regering zal tegen die tijd leiden tot faillissementen en de coronarekening moet ooit worden betaald. Economen spreken graag van een Nike swoosh recovery: een scherpe dip omlaag en daarna een geleidelijke weg omhoog, maar nooit terug op het trendmatige groeipad van voor de crisis. Corona heeft ons welvaart gekost en zal dat voorlopig nog zo blijven doen.
Moment van bezinning
Ik ben er sterk van overtuigd dat corona ons uiteindelijk ook veel goeds zal brengen. Laat ik daar meteen bij zeggen dat de pandemie heel veel persoonlijk leed heeft veroorzaakt, iets dat ik niet wil bagatelliseren. Maar het heeft ook een moment van bezinning gebracht, ons uit de waan van de dag gehaald. Want waren we niet allemaal krankzinnig om ’s ochtends in de file te staan, zodat we om 9 uur op kantoor mails konden beantwoorden? Waarom deden we onze conference calls stoïcijns met de spin terwijl Zoom allang bestond? Waarom gingen we voor de weekboodschappen überhaupt naar de supermarkt?
Het afgelopen jaar heeft gezorgd voor een gigantische versnelling in digitalisatie, klantgerichtheid en flexibilisering. In veel sectoren staan we nu waar we voorheen dachten pas in 2030 te staan. Er is een grote variëteit in nieuwe dienstverlening ontstaan. En die nieuwe mogelijkheden blijken veelal heel aangenaam en heel productief!
Winnaars en verliezers
De crisis, net zoals elke crisis, brengt winnaars en verliezers. Zoals de breakdanceleraar van mijn zoontje zegt na een battle: ‘Als je wint was het jouw dag, als je verliest kan je ervan leren’. De coronawinnaars zaten gelukkigerwijs in de goede branche, maar juist de verliezers zorgen voor creativiteit en innovatie. Zij moeten aan de slag om opnieuw relevant te worden voor de klant. Een klant die zich plotseling nieuwe verwachtingen heeft aangemeten en sterk geëmancipeerd is.
De economie zal tijd nodig hebben om zich te herschikken. Tijd waarin de werkloosheid tijdelijk hoger is, omdat sommige banen overbodig zijn geworden en mensen moeten omschakelen naar nieuw werk. Maar uiteindelijk zal dit leiden tot een nieuwe economie. Met meer welvaart voor ons allen, omdat we hopelijk leren hoe ons systeem anders en beter kan functioneren. Hoe dit ‘anders’ er over tien jaar uit zal zien kan ik niet zeggen. Ik weet niet of we dan nog weten wat ‘hoestschaamte’ en ‘huidhonger’ zijn. En ook niet wat er dan nog over is van de anderhalvemetersamenleving. Misschien zijn we gewoon terug bij af. Maar ik zie het zonnig en huppelend tegemoet, terwijl ik hoop op een Great Reset naar een meer duurzame, inclusieve en digitale economie.